Nadat ik jullie het laatst geschreven heb, heb ik in het Karkonosze gebergte nog 2 mooie wandelingen gemaakt, ik heb onder andere 2 grote watervallen gezien (voor de ene moest je 4 zloty betalen en een idiote helm opzetten, terwijl ik de andere eigenlijk indukwekkender vond), en naar het einde van de stoeltjeslift gewandeld - wat nog niet eens overdreven zwaar was. Wat me daar opgevallen is, is de grote hoeveelheid dode bomen. Toen ik die de eerste dag van ver zag, dacht ik dat er een brand geweest was, maar de tweede dag ben ik door wat wel een heel dood bos leek gewandeld (net iets uit een sprookje of een nachtmerrie), en van dichtbij zagen de bomen er niet vebrand uit, en voelden ook niet zo. De verklaring hiervoor heb ik nog steeds niet gevonden, misschien komt het door zure regen?

Daarna ben ik in Neder-Silesie nog in Klodzko, niet al te interessant maar bij de Polen blijkaar wel populair, en het kuuroord Kudowa Zdroj geweest. In dat laatste is naast veel mooie huizen en een groot park de zogenaamde schedelkapel te zien. Dat is een kleine kapel waarvan de muren volledig bedekt zijn met schedels en beenderen. Daar proberen ze dan zoveel mogelijk volk binnen te krijgen (en er komt veel volk op af), waarna een non een lesje oer de geschiedenis ervan opdreunt en nog wat schedels en beenderen laat zien (dit is zus-en-zo en dit is zijn vrouw). Op het einde gaat er dan nog een luik naar de kelder open, waarin nog eens hopen geraamtes liggen. In vergelijking
met gelijkaardige ezienswaardigheden - het knekelhuis in Kutna Hora nabij Praag of de schedeltoren in Nis, Servie - is het eigenlijk niet zo bijzonder, maar de plaatselijke kerk (die bovendien subsidies uit Duitsland krijgt, zelfs de recente graven in het kerkhof ernaast dragen grotendeels Duitse opschriften of namen) en souvenirverkopers verdienen er wel hopen geld mee.

Daarna ben ik dan voortgereisd naar Opper-Silesie, waar ik de stadjes Paczkow, Otmuchow en Nysa bezocht heb (eigenlijk sinds 1999 tot de aparte provincie Opole behorend). Dat zijn het soot plaatsjes die je in een uur eigenlijk wel gezien hebt, maar best wel gezellig en behalve in het laatste zijn er praktisch geen toeristen. Paczkow en Otmuchow zijn typisch middeleeuwse stadjes, in het eerste is zelfs heel de stadsmuur met poorten en torens ewaard gebleven, het 2de ligt tussen 2 meren. Nysa was ooit bekend als "het Silesische
Rome" vanwege de grote hoeveelheid kerken, kloosters en bisschoppelijke paleizen, maar is in de oorlog zwaar gebombardeerd, dus nu blijft daar nog maar een deel van over. Maar juist de combinatie an mooie, doorgaans enigzins vervallen, oude gebouwen en niet al te lelijke, rond de Rynek (markt) fris geverfde moderne flatgebouwen beviel me wel.

Momenteel ben ik na een lange busrit in Zakopane, dus al in de Tatras, waar ik nog voor ik mijn rugzak uit de koffer an de bus gepakt had werd aangesproken door een vrouw die roeg of ik een kamer zocht. Ik heb nu voor 40 zloty(ongeveer 9 Euro) een simpele kamer vlak achter de hoofdstraat, niet zo goed als in Szklarska Poreba, maar ik neem aan dat dat een toevalstreffer was.